Ever-Green-View Ayla EX-92 (Delta-Supersire) heeft een topproductie van 4.09 365 3x 31,533kg 4.7% 3.3% en is één van de 6 uitstekende dochters van de populaire embryodonor Ever-Green-View Ace.

In de jaren ‘70 startten Tom en Gin Kestell de Ever-Green-View veestapel in Waldo, oostelijk Wisconsin, aan de oevers van Lake Michigan. Nu verzorgen zij de hoog-producerende 100-koppige veestapel samen met hun zoon Chris, zijn vrouw Jennifer en hun twee jongens Will (8) en Cole (5). Het zeer invloedrijke Ever-Green-View koppel bracht al meerdere wereldkampioenen productie voort! En in HI’s overzicht (2022) was de Kestell’s veestapel de hoogstproductieve veestapel ter wereld!

Doug Savage, Han Hopman

Dit jaar won Ever-Green-View de ‘Holstein Association’s Herd of Excellence award’ voor de 13de keer! Niet alleen is het de hoogst producerende veestapel ter wereld – met een gemiddelde van 19,226kg 4.32% 3.28% - maar het kan ook bogen op een exterieur BAA van 110.7, waaronder 41 EX, 53 VG en 13 GP. ‘Wij proberen niet die 94 of 95-punten koeien te fokken, wij streven naar koeien met 90 tot 92-punten met een extreem hoge productie,’ vertelt Tom Kestell. ‘Als je jezelf duidelijk omschreven doelen geeft en je daar jarenlang volledig op focust, dan zul je die uiteindelijk bereiken.’ Tom is gewend aan de vraag hoe ze zulke hoge producties bereiken. ‘Alles op het bedrijf moet goed uitgevoerd worden, iedere dag – de gewassen die je teelt, de vruchtbaarheid van de grond, hoe het voer wordt geconserveerd, de manier waarop je de koeien voert, het koe-comfort dat je de koeien geeft – iedereen moet de instelling hebben om het iedere dag een beetje beter te doen. Er is echt geen magisch geheim; alles draait om de kleine details, elke dag. Zonder compromis.’

KWALITEIT, GEEN KWANTITEIT

Bijna al het voer wordt zelf geteeld, wat ervoor zorgt dat er van start tot finish controle op de kwaliteit is. ‘Het is belangrijk je te focussen op de dingen die je zelf in de hand hebt. Wij produceren voedergewassen van een hoge kwaliteit. We telen brown mid-rib corn, dat minder lignine bevat en daardoor veel makkelijker verteerbaar is, en we hakselen dit op een lengte van 75-85cm,’ legt Tom uit. ‘Er is niets van grote waarde voor een koe in de stengel, dus laten we die staan. Het zetmeelgehalte van deze mais ligt vervolgens boven de 40%: Wij zoeken naar kwaliteit, geen kwantiteit.’ De mais wordt op een iets langere lengte gehakseld dan normaal en wordt vervolgens behandeld via het “shredlage’’-proces. ‘Als je goede gewassen wilt verbouwen dan zul je regelmatig grondmonsters moeten nemen en ervoor zorgen dat de grond gebalanceerd is, om zo maximale groei te verkrijgen. Daarna moet je voor je gewassen zorgen. Insecten kunnen veel schade aanrichten. Op het juiste tijdstip oogsten of, indien noodzakelijk, is spuiten belangrijk om er zeker van te zijn dat de insecten de kwaliteit niet benadelen. Je kunt verschillende silages hebben die er hetzelfde uitzien, maar niet hetzelfde testen. Wij concentreren ons dagelijks op de dingen waarop we invloed kunnen hebben. Dat is het complete pakket.’ Terwijl het tegenwoordig populair is om gras te mengen met luzerne, houden de Kestell’s het bij alleen luzerne, wat zij zien als een goedkope hoogwaardige eiwitbron. Ze voeren één TMR-rantsoen met 16% eiwit, en houden dit eiwitgehalte bewust aan de lage kant omdat een laag eiwitgehalte en een hoog aandeel ruwvoer volgens hen belangrijk is voor een goede pensfunctie. Omdat veel ruwvoer in het TMR-rantsoen zit, en maar weinig graan, is acidose geen groot probleem; desondanks wordt als buffer natriumbicarbonaat toegevoegd.

OPNAME

Het rantsoen bestaat uit 70% ruwvoer en 30% mengvoer. Het wordt 2x daags gevoerd en zelfgeteelde geroosterde sojabonen worden als top-dressing gegeven. ‘De geroosterde bonen geven extra smakelijkheid en zorgen ervoor dat de koeien het voorgeschotelde rantsoen opmaken. Dit is belangrijk, want als koeien gaan sorteren en resten laten liggen, heb je geen controle over de opname.’ Uiteindelijk dicteert de drogestof-opname de productie en mede door het voeren van de geroosterde bonen bovenop de hoogkwalitatieve ruwvoeders is deze opname aanzienlijk gestegen over de jaren. ‘Als het over koecomfort gaat; onze gebouwen hier zijn oud en we hebben hierdoor geen vernevelaars voor verkoeling boven de boxen, maar we hebben wel een goede luchtstroom door de stal. We proberen nieuwe dingen en experimenteren af en toe, soms werkt dit niet zoals we verwacht hadden, maar ook dat is onderdeel van vooruitgang boeken. Nogmaals, het draait om het hele pakket: de juiste genetica gebruiken, de juiste omgeving aanbieden, het juiste voer en ook je dagelijkse werk. Het zijn echt de kleine details die helpen om het celgetal laag te houden en dat helpt bij het bereiken van productie-records.’

PRODUCTIE-KAMPIOENEN

In 2010 bracht Ever-Green-View My 1326 EX-92 de internationale aandacht naar Ever-Green-View toen zij het wereldrecord melkproductie verbrak met 4.05 365 3x 32,736kg 3.9% 3.0%. Een nakomeling van Morty, uit een VG Lantz-dochter uit de prominente fokkoe Ever-Green-View Elsie EX-92 (<Elton). Vervolgens verbrak My’s dochter Ever-Green-View My Gold EX-94 (<Goldwyn) dit wereldrecord in 2016 met een lactatie van 4.03 365 3x 35,144kg 2.6% 2.7%. Op dit moment is My Gold’s dochter Ever-Green-View My Mint EX-91 (<Montross) één van de topproducentes in de koppel, de derde generatie van de familie met een productie van 200lb/91kg per dag. Een andere tak van deze familie bracht de bekende uit Nederland afkomstige O-Man-zoon Flevo Genetics Snowman, uit een BW Marshall uit een Aaron-dochter van Elsie. ‘Supersire en Snowman gaven beide geweldige melkkoeien voor ons,’ prijst Tom. ‘En vervolgens Delta en zijn volle broer Dante, die allebei zeer solide productiekoeien gaven. Wij gebruiken over het algemeen meer bewezen stieren, en we kijken vooral naar de betere indexen, maar ook naar de afstamming. We hebben Parfect, Renegade en Pazzle gebruikt, en nu gebruiken we een beetje Lionel. We hebben Lionel eerder laten staan omdat zijn afstamming niet zo’n extreem hoge productie suggereert. Ik verwacht niet dat hij veel excellente dochters zal geven, maar we hebben besloten dat we die hoeveelheid melk niet kunnen negeren.

EXPORT

Jarenlang exporteerde Ever-Green-View meer embryo’s wereldwijd dan welke veestapel in Wisconsin ook, regelmatig meer dan 3000 embryo’s per jaar, en in 2015 kregen ze de ‘Wisconsin Governor’s Export Achievement Award’. ‘We hebben jarenlang veel tijd en moeite gestoken om de export te ontwikkelen. Rusland en China waren enorme markten voor ons, maar het huidige internationale klimaat speelt ons natuurlijk parten. Meest recentelijk komt de vraag uit Pakistan, Tunesië en Zuid-Amerika,’ legt Tom uit. ‘De meer gevestigde landen als Duitsland en Nederland zijn nu geen grote afnemers’ Ook wordt levend vee geëxporteerd naar Turkije, Mexico en Pakistan, en recentelijk naar de Dominicaanse Republiek. ‘De groep die naar de Dominicaanse Republiek ging, bevatte onder meer twee vaarzen en een stier uit de productie-recordkoe My. De vaarzen waren Kingboys en kwamen uit embryo’s die al langere tijd in het vat zaten, maar het waren goed ontwikkelde vaarzen en zouden een goed fundament moeten zijn voor de Elsie-familie in dat land.’ l

Ever-Green-View in de VS

Tom & Gin Kestell en hun zoon Chris.

Gevestigd in Waldo, Oost-Wisconsin. Eigen aan Tom & Gin Kestell en Chris & Jennifer Kestell 800 acres/324ha: Gewassen: mais, tarwe, sojabonen en luzerne 120 koeien en 220 stuks jongvee Gemiddelde productie: 19,226kg 4.32% 3.28% Exterieur BAA 110.7: 41 EX, 53 VG, 13 GP Rantsoen: 70% ruwvoer & 30% mengvoer. Meest zelfgeteeld met brown-midrib maiskuil, voordroogkuil, high moisture corn en geroosterde sojabonen Huidig stiergebruik: Parfect, Pazzle, Renegade, Lionel & Sheepster.